Inspiraties

Ik ben een eclecticus. Echt een alleseter. De kunsten, natuurwetenschappen, filosofie en spelen een even grote rol in mijn advisering als de meer 'reguliere' bedrijfskundige theorieën. En misschien nog wel meer. Hieronder geef ik wat zaken die mijn kijk op samenwerken en organiseren ingrijpend hebben veranderd.

The Matrix

the matrixWie één keer the Matrix heeft gezien, kijkt nooit meer hetzelfde naar organisaties. Ik zie the Matrix zien als sublieme metafoor voor de duistere kant van organisaties. Voor wie de film niet kent: hoofdpersoon Neo komt er vrij hardhandig achter dat hij in een illusie leeft. Terwijl hij denkt dat hij zijn eigen leven leidt, ontdekt hij dat hij, en met hem alle andere mensen op aarde, niet meer is dan een batterij die energie geeft aan een wereldomvattend systeem. In ruil krijgt hij van het systeem verleidingen en illusies die hem tevreden stemmen. Hoewel, tevreden? Neo trekt ten strijde.

In organisaties kan een dynamiek heersen die mensen reduceert tot instrumenten. De mensen worden een 'schakel in een keten', 'radertje in het geheel' of 'bouwsteen in het functiegebouw'. Instrumenteler kan het haast niet. Wat Henry Mintzberg bracht tot de hartekreet: 'I am not a Human Resource, I am a Human!' Dat is de kreet van Neo.

Falling Down

Falling DownMinder metaforisch, en even aansprekend vind ik Falling Down, met Michael Douglas in de hoofdrol. Na 25 jaar trouwe dienst wordt het karakter dat hij speelt wegens bezuinigingen ontslagen. Hij legt zich er niet bij neer, en houdt het een paar weken vol gewoon naar zijn werk te blijven gaan. In een file op de heenweg breekt er iets, en hij besluit datgene te gaan opzoeken wat hij in zijn leven echt als van zichzelf heeft beschouwd: zijn ex-vrouw en dochtertje. Op een bizarre tocht dwars door Los Angeles gaat er door zijn toedoen het een en ander stuk, ingegeven door onmacht. Uiteindelijk vindt hij vrouw en kind, maar wordt hij ingesloten door de politie. Zijn oprecht verraste uitspraak is dan 'So now I'm the bad guy, he who did all his life everything they asked?!' Het is meteen zijn slotzin.

Daarin lees ik een risico voor mensen die werken in organisaties. 25 jaar braaf zijn en toegeven aan verleidingen en beloftes, om uiteindelijk te ontdekken dat je eigenlijks niets hebt wat je als van jezelf beschouwt. Ik geloof dat Steven Covey zei: 'Niemand denkt vlak voor zijn dood: "Ik wou dat ik meer gewerkt had"'.

Demian

Werken in organisaties is niet zonder gevaren. En toch… tot er iets beters wordt bedacht, hebben we het met organisaties te doen. Dat brengt me op Abraxas. In 'Demian' beschrijft Herman Hesse de zoektocht van romanpersoon Sinclair naar zijn eigen moraliteit. Een passage daarin gaf mij gelijk herkenning op het werk dat ik doe. "En -dat was voor mij de meeste kwellende vraag- wat betekende Abraxas? Ik had dat woord nog nooit gehoord of gelezen. Meneer Follens ging verder met een verklaring, waarvan mij het begin was ontgaan. "We kunnen die naam opvatten als een godheid, die de symbolische opdracht had het goddelijke en het duivelse te verenigen." 'Het goddelijke en het duivelse verenigen' echode het in mij. Daar kon ik bij aanknopen." Het is voor mij geruststellend dat ook in de wereldliteratuur mensen zoeken naar een vereniging van de 'lichte' en de 'duistere' zijde, omdat zij beiden integraal deel uitmaken van ons leven. En dus ook van ons werkende leven, nu veelal in organisaties.

Termietenheuvel

'Wij leven in een tussenfase.' hoorde ik laatste een bioloog zeggen. 'We hangen nog een beetje tussen individu en een 'goede groep' in. En omdat we daar tussenin zitten, hebben we moreel besef nodig om ons te kunnen handhaven. Een wezen dat alleen voor zichzelf leeft, heeft geen moraliteit nodig. Wat kan hem alles schelen? En wie volledig voor de groep leeft, heeft ook geen moraliteit nodig. Hij doet altijd en als vanzelf wat in de groep nodig is. Maar wie in een groep individueel besef heeft, zal langs morele normen moeten leven. We hebben dat nodig om 'sociaal' te kunnen zijn.'

Dat lijkt me een erg kernachtige samenvatting van wat 'organiseren' eigenlijk is. En het maakt me nieuwsgierig hoe dat 'andere, waar wij naar op weg zijn' er dan uit ziet.

Een prachtig voorbeeld bestaat al miljarden jaren, en fascineert me enorm. Het is een termietenheuvel. Er is wel wat van te vinden. Ik vind het bijvoorbeeld indrukwekkende bouwwerken, en een steppe met verschillende heuvels kan er met een beetje fantasie uitzien als Manhattan aan het einde van een warme, zonnige dag. De kleuren zijn aansprekend, de vormen grillig. Dat is de esthetiek.

Wat ik écht fascinerend vind, is wat er zich van binnen bevindt. Allereerst zijn er duizenden kamers, en die hebben allemaal een functie. Kraamkamers, rustkamers, opslagkamers enzovoorts. Verder zijn al die kamers verbonden met een ingewikkeld netwerk van gangen, die ook allemaal weer een eigen functie hebben. Gangen voor transport ín van voedsel en materiaal, en gangen voor transport uit van afval. Gangen voor verplaatsing van werkers, kraamzorgers en ander personeel.

En gangen, die een tijdje geleden nog niet geduid konden worden. Ze liepen dwars door de termietenheuvels heen, maar leken geen functie te hebben. Sommige ervan liepen dood, terwijl andere aan de buitenwand geopend waren. Er kwam echter nooit iemand. Recent is ontdekt wat het complex van die gangen is: airconditioning. De gangen komen uit bij de buitenwand. En deze worden, afhankelijk van de windrichting, geopend, zodat er schone lucht door de heuvel kan stromen. Draait de wind, dan worden gangen op de wind gesloten en aan de andere kant gesloten. Iedere dag, als het moet.

Nu het echt bizarre: biologen hebben de hersencapaciteit van termieten onderzocht. Daaruit bleek dat het onmogelijk is dat een termiet een dergelijk complex bouwwerk kan 'bedenken'. Er is geen ontwerp, sturing op een einddoel, SMART-afspraak of wat dan ook. En toch staan ze er. Al miljarden jaren. Terwijl elders op de wereld mensen kuchen van de rook van het vuur in hun afgesloten hutjes, hebben deze 'domme' diertjes al airco. Hindoes noemen hun tempels 'Meru', wat 'godenberg' betekent. Deze tempels zijn al 2.500 jaar gemodelleerd naar de… termietenheuvel.

Termietheuvel Meru

De artikelbundel 'Denkwerk en Taalspel in Organisaties' van Edu Feltmann

Edu Feltmann, denkadviseur en oprichter-eigenaar van het Instituut voor Groeps- en OrganisatiePsychologie (IGOP-site) heeft in de achterliggende jaren een aantal artikelen gepubliceerd over management en adviseren. Die bundel, te bestellen op de site van het IGOP, kan ik iedereen aanbevelen die zich als 'organisatieprofessional' beschouwt. Managers, bestuurders, toezichthouders en adviseurs in allerlei gedaanten vinden er gedachten die bijzonder waardevol kunnen zijn voor hun professionele opvattingen. Het is heel verhelderend om te lezen hoe adviesvragen bij managers ontstaan, en hoe hun adviseurs die kunnen ontvangen.

In één van de artikelen staat dat 'samenvatten geen recht doet'. Dat probeer ik daarom ook maar niet. Wel wil ik aangeven dat mijn eigen kijk op wat werkelijk is, wat ideaal is en welke rol taal daarin speelt sterk beďnvloed is door dit werk (alsmede het Leerproject Interventiekunde (LIK), waar deze thema's worden verdiept, toegankelijk en toepasbaar worden gemaakt.).

Johannes van Dam en Diny Schouten

Van Dam en Schouten combineren allebei twee hoge kunsten: ze zijn culinair én literair heel sterk. Beiden zijn culinair journalist, voor Elsevier en het Parool (van Dam) en voor Vrij Nederland (Schouten) Wat in hun beider werk zeer leerzaam is, is dat kwaliteit zich laat herkennen aan de hand van de maker. Wie gepassioneerd met voedsel omgaat, en vaardig is, zal iets moois en lekkers maken. Maar van een schoolverlater die runderlende tot rosbief braadt, om van de verdiensten prepaid beltegoed te kunnen kopen, is niet veel kwaliteit te verwachten. Wel een hoger aandeelhoudersrendement.

En niet omdat hij het niet kan, of zelfs wil, maar omdat het niet in z'n aandacht ligt. Om dat te ondervangen wordt het proces nauwkeurig vastgelegd, met tussen- en eindmetingen, om de kwaliteit te ondersteunen. Terwijl het meest elementaire ingrediënt, aandacht voor wat je voortbrengt, ontbreekt. Wat me aan de volgende anekdote doet denken: Een bekende fotograaf heeft een reportage gemaakt van een huwelijk. Als hij enige tijd later het fotoboek thuis bezorgt, wordt hij hartelijk ontvangen en uitgenodigd aan tafel. De gastvrouw roemt hem om zijn foto's: "Ze zijn geweldig geworden! Je kan zien dat u een geweldige camera hebt!" jubelt ze. De maaltijd die volgt is heerlijk en iedereen geniet van het eten. Bij zijn vertrek dankt de fotograaf de gastvrouw. "Dank u zeer voor dit heerlijke diner. Wat heeft u toch goede pannen!".

Organisatiefilosofie

Vanaf midden jaren 80 heeft de filosofie haar aandacht ook op organisaties gericht. Onderstaand redactioneel artikel van Edu Feltmann beschrijft hetgeen me zo aanspreekt in de organisatiefilosofie treffender dan ik zelf zou kunnen.

"Filosofie is een vak met twee gezichten, of twee 'stijlen': klassiek en (post-)modern. De klassieke filosofie gaat over diepzinnige vragen als: "Waarom is er Iets en niet veeleer Niets?", of: "Wat is het Goede, het Ware en het Schone?" Bijzonder, maar niet bepaald onderwerpen waar moderne professionals warm van worden.

Toch bestaat er de laatste jaren in organisatieland groeiende belangstelling voor leergangen, workshops en colleges waarin gedachten en methoden uit 'de filosofie' worden aangeboden. Trainingen in het "Socratisch gesprek" worden gretig gevolgd door managers, organisatie-adviseurs en coaches. Collegereeksen "Filosofie voor Managers" trekken de aandacht van bestuurders, directeuren en managers, uit organisaties van onderwijs, gezondheidszorg, gemeenten, banken, e.a.. Ook geven filosofen tegenwoordig in managementboeken en tijdschriften en zelfs in de betere 'kwaliteitskranten' filosofisch commentaar bij wat er in organisaties gebeurt. Hoe is dat te verklaren?

Dat komt door het tweede gezicht van het vak: haar vermogen tot verleiden en verrassen. De moderne en vooral de 'post-moderne' filosofie 'flirt' met alles wat degelijk, evident en vanzelfsprekend lijkt. Dit 'alles' betreft de klassieke filosofie, maar vooral ook opvattingen en bevindingen over 'de werkelijkheid' die in wetenschappen en praktijk als 'waarheid' gelden. En juist die speelse, uitdagende, kritische kant, maakt haar spannend - óók voor managers!

Post-moderne en contemporaine filosofen wagen het bijvoorbeeld vraagtekens te zetten bij precies datgene wat de impliciete (en bijna heilige!) grondslag is voor organisaties, organisatiekunde en management, i.c. de veronderstelling dat beheersing van de toekomst en sturing via rationaliteit mogelijk, wenselijk en noodzakelijk is. Zij betogen dat die 'ideologie' - evenals de andere 'Grote Verhalen' van de 'Verlichting', over de emancipatie van de mens door wetenschap, politiek, etc. - in de laatste eeuw achterhaald is door maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. Zij betwijfelen daarom de legitimiteit en de juistheid van die verhalen en veronderstelling(en), én zij stellen de zo mogelijk nog intrigerender vraag: welke toekomsten en gedragingen worden in en als gevolg van dit 'paradigma' van beheersing en rationaliteit, (on)bewust en stelselmatig gediskwalificeerd en ten onrechte buitengesloten....... en waarom?!

Met dit soort prikkelende 'kritische' vragen is Organisatiefilosofie een nieuwe loot aan de boom der wijzen geworden. Dit nieuwe vak heeft een plaats gekregen in opleidingen voor managers. Enkele universiteiten hebben daartoe zelfs een leerstoel ingesteld (o.a. prof. René ten Bos in Nijmegen en dr. Ruud Kaulingfreks aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht) en ook zijn er gespecialiseerde trainingsinstituten die trainingen en 'wijsgerige workshops' aanbieden, waarin wordt nagedacht over zinnige kwesties als 'waartoe werken wij (op déze manier en kan het ook anders)?' en over de moraliteit, de (on)zin en de (on)menselijkheid van de structuur, cultuur, strategie en het management van organisaties - en wat dit betekent voor (jonge) mensen die bij voorkeur 'plezierig', 'leuk', 'beschaafd' 'rechtvaardig', 'vredig', 'wijs', 'speels' en 'zinvol' met elkaar willen werken en samenleven. Voor mensen die zich vrij, waardig en gelukkig willen voelen, in hun werk en in hun leven.

Filosofie, en vooral de kunst van het filosoferen, hoeft zich dus niet enkel af te spelen in het hoofd van stoffige heren. Juist ook frisse mensen, met 'praktische' banen, zoals leiders, managers, professionals en adviseurs van organisaties, kunnen er veel baat bij hebben.

Filosofie helpt hen mentaal een stapje hoger en verder te komen dan hun 'normale' denken. In deze trainingen en workshops leren zij met verwondering te filosoferen over hun eigen vertrouwde en 'vanzelfsprekend' lijkende oordelen en handelingen. Filosoferen is de kunst om je oordeel op te schorten, om te blijven zoeken naar argumenten en perspectieven van waaruit alles minder evident of noodzakelijk is dan je aanvankelijk meende. Waardoor een probleem toch minder onoplosbaar blijkt, dan je aanvankelijk dacht, en waardoor iets anders denkbaar wordt, wat je eerst niet zag, maar wat nóg meer tegemoet komt aan hetgeen je zoekt of wilt."